Een update in kennis over dyslexie: de laatste ontwikkelingen

Sinds de ‘ontdekking’ van dyslexie in 1887 heeft de onderzoekswereld al veel resultaat geboekt en kennis opgedaan over deze leerstoornis. Steeds meer onderzoekers komen erachter dat ontwikkelingsdyslexie een complexe stoornis is. 

Ook de afgelopen tijd zijn er weer opnieuw opzienbarende ontdekkingen gedaan. Onderzoeker John Stein kwam in 2023 met zijn onderzoek “Theorieën over ontwikkelingsdyslexie” met een aantal nieuwe bevindingen. Softwarepartner Carnegie Learning heeft deze ontwikkelingen op een rij gezet. In deze blog krijg je een update over deze nieuwe kennis. Verder lees je hoe je op verschillende manieren deze kennis direct in het onderwijs kunt gebruiken.

De positieve kanten aan een leerstoornis

Allereerst komt men steeds meer tot de conclusie dat dyslexie ook een positieve keerzijde heeft. Mensen bij wie de stoornis is geconstateerd, blijken juist weer kwaliteiten te hebben met betrekking tot de neuro divergentie. Dit is de neurologische, cognitieve en psychologische ontwikkeling van de hersenen op het gebied van onder andere zintuiglijke waarneming. Hierdoor zijn mensen met ontwikkelingsdyslexie vaak creatiever. Ze zien soms juist eerder het grotere geheel van een situatie, of juist de details dan mensen zonder deze stoornis. 

Inzichten over de fonologische theorie

De theorie dat de leerstoornis ontstaat door problemen met de fonologische verwerking, is inmiddels al bewezen en algemeen aanvaard. De theorie is gebaseerd op het idee dat mensen met ontwikkelingsdyslexie moeite hebben om woorden op te delen in fonemen of klanken. Hierdoor worden woorden en zinnen verkeerd gelezen of geïnterpreteerd. 

Stein’s onderzoek geeft weer nieuwe inzichten waaruit blijkt dat vanuit deze theorie bepaalde dingen over ontwikkelingsdyslexie nog niet te verklaren zijn. Zo is het geen waterdichte verklaring voor alle verschillende vormen van de leerstoornis. Een kind kan bijvoorbeeld moeite hebben met lezen, maar niet met spelling, of juist andersom. 

De fonologische theorie verklaart verder niet waarom kinderen met de leerstoornis naast lezen met andere aspecten van taal, zoals grammatica of woordenschatontwikkeling moeite hebben. Ten slotte kan vanuit de fonologische theorie niet verklaard worden waarom kinderen met ontwikkelingsdyslexie moeite hebben met RAN, ofwel rapid automatized naming. Dit is een test waarbij je meet hoeveel plaatjes, cijfers of letters je kan benoemen binnen een bepaalde tijd.

Dat dyslexie complexer in elkaar zit en niet vanuit een enkele theorie te verklaren is, vergt van de leerkracht ook veelzijdige ondersteuning. Enkel oplossingen bieden vanuit de fonologische theorie helpt een kind niet om bijvoorbeeld zijn of haar RAN-score te verbeteren. Het is daarom belangrijk te erkennen dat er geen uniforme ondersteuningsvorm is voor de leerstoornis, maar een combinatie van methodes nodig is.

Temporele verwerking en ontwikkelingsdyslexie

Het vermogen om met een bepaalde snelheid informatie te verwerken, oftewel de temporele verwerking, heeft ook een grote invloed op ontwikkelingsdyslexie. Zo blijkt uit het onderzoek van Stein dat kinderen met de leerstoornis moeite hebben met het onderscheid maken van snel gepresenteerde visuele stimuli of informatie die auditief wordt gepresenteerd. Een verhaal dat in een bepaald tempo wordt voorgelezen, of beelden die elkaar afwisselen in een instructiefilmpje: het gaat voor hen te snel om de informatie op tijd te kunnen verwerken. Uit het onderzoek van Stein blijkt dat kinderen met een ontwikkelingsdyslexie veelal een temporele verwerkingsstoornis hebben.

Hoe kunnen kinderen met een temporele verwerkingsstoornis in het onderwijs het beste ondersteund worden? Het is belangrijk voor deze kinderen dat de focus ligt op goede instructie ondersteuning, zodat ze hun vermogen tot temporele verwerking kunnen verbeteren. Aanvullende taalprogramma’s zoals Fast ForWord kunnen hiervoor ingezet worden. Deze softwaremethode helpt bij de ontwikkeling van cognitieve vaardigheden/executieve functies in relatie tot leren in het algemeen en taal leren in het bijzonder. Met de ontwikkeling van deze functies en vaardigheden verbetert de temporele verwerking. 

Verder kunnen leerkrachten met oefeningen en spelletjes inzetten waarbij snel benoemen, opeenvolging en auditieve discriminatie worden geoefend. Extra tijd om een taak of opdracht te maken helpt leerlingen verder ook om (te) snel gegeven informatie toch goed te kunnen verwerken. 

Mythes over IQ tests en dyslexie ontkracht

In zijn onderzoek besteedt Stein aandacht aan een aantal aannames over de relatie tussen IQ en ontwikkelingsdyslexie. Zo is er de vrij hardnekkige aanname dat een lager leesvaardigheidsniveau dan passend bij de score van een IQ test, bewijs is van dyslexie. Stein ontkracht deze ‘mythe’. Het feit dat er veel kinderen zijn met ontwikkelingsdyslexie waarbij er geen significant verschil is tussen de leesvaardigheid en de score van de IQ test, maakt deze aanname niet geschikt om de leerstoornis te diagnosticeren. Dat er vaak geen verschil is, komt doordat kinderen met de stoornis bevooroordeeld behandeld worden bij een IQ test. Hierdoor is het daarom ook twijfelachtig om aannames te doen over ontwikkelingsdyslexie en IQ-scores.

Bij een leerling met ontwikkelingsdyslexie geeft een IQ test namelijk niet altijd even betrouwbare resultaten. Het is belangrijk dit ook in acht te nemen en ook naar leerlingen zelf te communiceren. Vertrouw voor een IQ-vaststelling dus niet op een test, maar op meerdere beoordelingsmethodes. Bij het testen is het belangrijk dat leerlingen die het nodig hebben ook meer tijd krijgen. 

Hoe meer kennis, hoe beter de ondersteuning

Er bestaan nogal wat ‘mythes’ die voor waarheden worden aangenomen over het verband tussen dyslexie en IQ, of over hoe leerlingen met deze leerstoornis het beste ondersteund kunnen worden. Het is van groot belang om deze mythes in het onderwijs te blijven ontkrachten. Dit geldt zeker naar leerlingen met ontwikkelingsdyslexie zelf toe. Onderzoeken als die van Stein zijn dan ook belangrijk om mythes te ontkrachten en meer kennis op te doen over de stoornis. Want actuele kennis over dyslexie is essentieel om leerlingen op de juiste manier te ondersteunen.