Keuzewerktijd: oplossing of probleem?

Keuzevakken en flexibel onderwijs: een probleem of juist dé oplossing? Wil je meer verdiepen in technische kennis of liever toch een taal leren? Heb je liever drie lange schooldagen of vijf korte lesdagen? Wiskunde liever gedeeltelijk online of juist met extra persoonlijke begeleiding? In het VO en VMBO is de keuze vaak reuze met flexibele lesroosters, keuzevakken, en onderwijs aanbieden met keuzewerktijd.

Wat werkt wel en wat werkt niet?

Want in het voortgezet onderwijs en het VMBO is keuzewerktijd inmiddels de maatstaf aan het worden. Flexibel onderwijs wordt op verschillende manieren toegepast. De ene school werkt met een flexibel rooster, de andere met homogene zelfstudie klassen. De algemene aanname is dat de vrijheid om te kiezen in je studie de kwaliteit en resultaten vergroot. Maar werkt dit in de praktijk ook werkelijk zo? In dit artikel bekijken we drie aannames over keuzewerktijd en wat onderzoek en de realiteit hierover laten zien. Toename van keuzewerktijd en flexibel onderwijs: een probleem of juist dé oplossing? Wat werkt wel en wat werkt niet?

Meer keuzevrijheid, meer effectiviteit en kwaliteit?

Onderwijs vanuit een keuzestructuur in plaats van regulier klassikaal onderwijs heeft steeds vaker de voorkeur. Dit is omdat men ervan uitgaat dat dit leidt tot kwaliteit in onderwijs en effectiviteit. Want met keuzevakken kan er vaak in stilte gewerkt worden voor jezelf, iets wat effectief lesstof opnemen ten goede komt. Er kan tegelijkertijd maatwerk worden geleverd en ingespeeld worden op de individuele leerbehoeftes en voorkeuren van een leerling. Zo kan de juiste omgeving ontstaan om tot deep learning, het werken vanuit de leervragen van de leerling, te komen. 

Maar wordt in de praktijk ook daadwerkelijk meer efficiëntie en kwaliteit behaald? Want het nadeel van deze wijze van onderwijs geven is dat een docent met groepen van wisselende samenstelling werkt. Dit maakt het lastig om altijd de juiste leeromgeving en ondersteuning voor elke leerling apart te creëren.

Er is overigens nog weinig onderzoek gedaan naar het vergroten van zowel motivatie als effectiviteit door keuzevrijheid. Hier bindende uitspraken over doen is dus ook niet echt mogelijk. Uit onderzoek is echter al wel gebleken dat het werken met keuzevakken ook zeker een keerzijde heeft. Het is voor een leerling niet altijd dé manier om de beste resultaten te behalen. Dat komt vaak ook doordat bij de leerlingen de verwachtingen over het volgen van keuzevakken niet kloppen met de opzet ervan. Leerlingen beschouwen flexibele lesuren meer als huiswerktijd op school waarmee ze de hoeveelheid van wat ze thuis moeten doen verminderen. Tijd in de les gaat dus vaak ook op aan ‘huiswerkproblemen’ behandelen. Daarnaast blijkt het veelal onmogelijk voor een docent om 30 leerlingen op maat te ondersteunen. Hierdoor ‘dwalen’ en verdwalen leerlingen nog wel eens in hun leerproces. Een docent heeft dit vaak niet op tijd door, met alle gevolgen van dien.

Autonomie en motivatie: het resultaat van keuzevrijheid?

De autonomie om zelf je vakken en de manier waarop je ze volgt te kunnen kiezen, zou automatisch tot verhoging van de motivatie leiden. Dit is een aanname die inderdaad blijkt te kloppen: de eigen keuze in wat en hoe je leert, blijkt te motiveren. Maar dit werkt zo tot op zekere hoogte. Want als het niet lukt om de nodige resultaten te behalen, dan leidt dat tot demotivatie, keuzevrijheid of niet. Keuzevrijheid levert alleen een gevoel van autonomie en daarvanuit motivatie op, als de leerling wordt begeleid in het aanleren van zelfregulerende vaardigheden. 

Want waarom kies je voor een vak of bepaalde lesmethode of traject? Lijkt het je makkelijker omdat je de helft thuis kunt doen achter de computer? Maar past dit wel bij jou en behaal je zo het makkelijkst en het beste wat je wil met jouw leerkwaliteiten?

Het blijkt dat studenten niet altijd een goed beeld van henzelf hebben en wat voor hen de beste vorm van onderwijs volgen zou zijn. In het onderwijs wordt echter in het algemeen aangenomen dat de student zo veel mogelijk zelf de keuze geven het beste is. Door leerlingen de omgeving te bieden waarin ze zelfregulerend moeten handelen, ontstaan er vanzelf ook studenten die dit kunnen. Zelfregulerend leren blijkt echter een vak apart waarin je ook begeleid moet worden. De theorie van hoogleraren psychologie en sociologie Deci en Ryan onderstrepen deze bevinding ook: enkel autonomie in combinatie met compassie en verbondenheid, zorgen dat een leerling gemotiveerd blijft en een zelfregulerende leerling wordt.

Leidt keuzevrijheid automatisch tot zelfregulatie?

Keuzes maken is voor de hersenen in ontwikkeling namelijk een lastige klus. Want adolescenten en tieners zijn op het gebied van zelfbewustzijn, impulsbeheersing, plannen, regulatie en metacognitie nog niet volleerd. Deze competenties heb je echter nodig om jouw leerweg te kiezen en tot zelfregulatie te komen. 

In de praktijk blijkt dat heldere instructies dan soms veel beter werken dan dat leerlingen zelf overal de keuze in krijgen. Tieners en adolescenten waarbij de hersenen in ontwikkeling zijn, hebben namelijk de juiste handvatten nodig om een zelfregulerende student te worden.

Keuzewerktijd, AI en digitale leermiddelen: samen de oplossing?

Keuzevrijheid blijkt dus geen wondermethode die bij een verkeerde inzet zelfs negatieve gevolgen kan hebben. Maar is onderwijs in keuzewerktijd daarmee gedoemd te mislukken? Tot deze sombere conclusie hoeven we niet te komen. Want de inzet van AI (Artificial Intelligentie) en digitale middelen in combinatie met keuzevrijheid biedt hoopvolle perspectieven.

Voorbeelden vanuit de onderwijspraktijk van de methodes die werken

Programma’s als ClearFluency en Fast ForWord zijn voorbeelden van leermethodes die op de juiste manier keuzevrijheid en daarmee autonomie aan de student geven. Deze methodes leveren resultaat omdat ze maatwerk kunnen aanbieden. Studenten kunnen zo adaptief en gepersonaliseerd aan hun leesvaardigheid en algemene taalvaardigheid werken. 

De leerling volgt zijn eigen leerpad, aangeboden vanuit het programma. Maar de software biedt ook de mogelijkheid voor de docent om te monitoren wat de leerling doet. De ingebouwde tutor motiveert en corrigeert de leerling en geeft, binnen overzichtelijke kaders, ook de keuzes. Bij de RA+ zijn dit bijvoorbeeld de verschillende leesselecties waaruit een leerling kan kiezen. Bij Fast ForWord kan de leerling kiezen uit diverse game modules.

Natuurlijk blijft de rol van de docent om concrete doelen te stellen en leerlingen te monitoren, essentieel bij de inzet van deze methodes. Maar de programma’s bieden bij keuzewerktijd de mogelijkheid om echt efficiënt en kwalitatief beter te werken. De verbeteringen van resultaten zijn hierbij ook duidelijk meetbaar.

Keuzewerktijd: de oplossing of het probleem? Al met al kunnen we concluderen dat keuzevrijheid bij een verkeerde inzet inderdaad meer problemen dan oplossingen oplevert. Keuzevrijheid aangeboden in combinatie met de inzet van AI en digitale leermiddelen biedt echter veel kansen. Dit kan de oplossing zijn om daadwerkelijk zelfregulerend onderwijs voor gemotiveerde en zelfredzame leerlingen te creëren.

Bronnen
1.
Wat is het effect op de leerprestaties van vo-leerlingen als zij deels flexibele lesuren kunnen kiezen?

2.Callan et al., 2022Callan, G. L., Longhurst, D., Shim, S., & Ariotti, A. (2022). Identifying and predicting teachers’ use of practices that support SRL. Psychology in the Schools, 59 (11), 2327-2344.

3. Jolles, J. (2017). Het tienerbrein. Over de adolescent tussen biologie en omgeving. Amsterdam: Amsterdam University Press. 

4. J. Mannion & K. McAllister. (2020) fear is the mind killer. John Catt Educational.

5. Peeters, J. (2022) Zelfregulerend leren. Hoe? Zo! Leuven: Lannoo. 

6. NPO

7. Carnegie Learning

Share this post:
LinkedIn
Facebook
Twitter
WhatsApp