Nutteloos “neurogebrabbel” óf bron van onderwijsvernieuwing?

‘Educatieve neurowetenschappen’ is een relatief nieuw vakgebied, waarbinnen op een wetenschappelijke manier neurologisch onderzoek wordt gedaan naar de beste manier van onderwijzen. De vraag is: bieden de uitkomsten van dit type onderzoek waardevolle handvatten aan docenten, of is het slechts ‘neurologisch gebrabbel’? Dat laatste werd namelijk gesuggereerd in twee recente krantenartikelen in de Engelstalige kranten Melbourne Age en The Conversation.

De auteurs van deze beide artikelen wijzen er terecht op dat discussies over juist onderwijs steeds meer versmald worden tot discussies over bepaalde (taal)processen in de hersenen. En ook dat veel van die zogenaamde ‘brein’- en ‘neuro’-taal weinig wetenschappelijke basis heeft.

Toch betekent dat niet dat alle discussies over de rol van educatieve neurowetenschappen in het onderwijs moeten worden afgedaan als nutteloze ‘neurogebrabbel’. Integendeel! Het vakgebied ‘educatieve neurowetenschappen’ is inmiddels een wereldwijde, erkende wetenschappelijke discipline. Op toonaangevende universiteiten wordt er inmiddels onderzoek gedaan naar educatieve neurowetenschappen. Denk aan Cambridge University in het Verenigd Koninkrijk.

Wat is educatieve neurowetenschap precies?

Laten we ons wat meer verdiepen in educatieve neurowetenschap. Wat wordt er precies onderzocht? Educatieve neurowetenschappen draait voor een groot deel om bestudering van de hersenen. Educatieve neurowetenschappers richten zich daarbij specifiek op het functioneren van de hersenen in relatie tot leren. Ze kijken welke hersendelen betrokken zijn bij leeractiviteiten zoals lezen en rekenen. Dit wordt gedaan door het meten van hersengolfactiviteit. Wetenschappers kunnen zo achterhalen welk hersendeel geactiveerd wordt tijdens een bepaald proces (zoals geheugen en emotionele betrokkenheid). Met de uitkomsten van dit onderzoek proberen ze te achterhalen op welke manier bepaalde vakken het beste gegeven kunnen worden. Zo wordt er dus een stevige wetenschappelijke basis gevormd om van daaruit les te kunnen geven.Tom. Hij raakte gedemotiveerd en zijn ouders wisten ook niet meer wat ze moesten doen. Stoppen was geen optie. Goed Engels kunnen lezen is zo belangrijk, dat ze Tom hoe dan ook dat wilden leren.

Bron van onderwijsvernieuwing

Tot enkele jaren geleden was de algemene gedachte dat er twee elementen zijn die samen zorgen voor goed onderwijs. Deze elementen zijn: een inhoudelijk sterk leerplan én het daadwerkelijke onderwijs vanuit dat leerplan. Met andere woorden: als een leerkracht een goed leerplan opstelt en vervolgens de inhoud daarvan op een boeiende manier aan de leerlingen onderwijst, is er sprake van goed onderwijs. Onderwijsbeleidsmakers hebben zich daarom ook altijd gericht op deze twee elementen: leerplan en onderwijs.

Met de onderzoeken van de educatieve neurowetenschap wordt het echter tijd om een derde element toe te voegen. Dit derde element is het leervermogen van de hersenen van de leerling. 

We weten namelijk nu – uit neurowetenschappelijk onderzoek – dat het leervermogen van leerlingen in relatief korte tijd sterk kan toenemen. Hoe dat werkt? Wanneer leerlingen bepaalde hersentrainingsoefeningen doen, worden specifieke hersendelen gestimuleerd. Dat heeft een positief effect op het leervermogen van dat hersendeel. Er is dus alle reden om meer aandacht te geven aan dit type oefeningen in het onderwijs.

Een e-Learning revolutie

Eén van de beste en meest gebruikte manieren om hersentrainingsoefeningen aan te bieden, is door middel van e-Learning. Inmiddels zijn scholen van over de hele wereld begonnen met het aanbieden van hersentrainingsoefeningen in e-Learning, met name voor leren lezen en rekenen. De resultaten zijn positief! Docenten zijn erg tevreden. Bovendien blijkt dat leerlingen beter scoren op toetsen en een groter zelfvertrouwen hebben. 

In Nederland is nog relatief weinig aandacht voor deze manier van lesgeven. En dat terwijl juist ook in Nederland de beheersing van basisvaardigheden (zoals lezen en rekenen) afneemt. De Inspectie van Onderwijs luidt daar zelfs de noodklok over. Een veelgehoorde oplossing is: investeer in extra onderwijzend personeel. Tegelijkertijd zijn de (financiële) middelen hiervoor niet onbeperkt. Door in te zetten op e-Learning hoeft er minder geïnvesteerd te worden in personeel. Kortom: juist voor de Nederlandse situatie zouden deze e-Learning zeker meerwaarde hebben!

Fast ForWord

Er zijn inmiddels verschillende e-Learning apps ontwikkeld op basis van educatief neurowetenschappelijk onderzoek. De meeste bekende leerapplicatie is het Fast ForWord-programma. Fast ForWord wordt gebruikt voor het verbeteren van lees-, spreek- en taalvaardigheid. Het programma bevat unieke software en is ontwikkeld door SciLearn. Het programma biedt een scala aan opdrachten die de executieve functies versterken in combinatie met lezen en algemene taalvaardigheid. De online coach biedt positieve feedback en stimuleert de motivatie en op deze manier heb je de mogelijkheid om de onderwijstijd effectief en efficiënt in te vullen.